zondag 13 september 2015

Geen rotkind

Dit is Siem.

Siem wilde dood toen hij acht jaar oud was want hij was een rotkind. Hij hoorde er niet bij op school en was thuis altijd boos. 

In een schooljaar had hij twee keer een speelafspraak met een ander kind en mocht hij een keer op een kinderfeestje komen. 
Op school leerde hij dat zeven gedeeld door twee drie plus rest is. Hij zei 3 1/2 tegen de juf maar dat kon niet want een pepernoot kun je niet door tweeën delen en 1/2 leer je pas op de middelbare school. Dan moest hij dus nog 4 jaar wachten. 

Op school werd hij gek van al het geluid in de klas. Hij hoorde alles en raakte elke dag overprikkeld. Daar was niets aan te doen, behalve dan die koptelefoon opzetten die we zelf aanschaften. Maar die hielp maar een beetje. Toen hij uiteindelijk werd doorgetoetst, moest hij de toetsen in de klas maken. Na afloop besprak de juf de fouten met hem en liet hem zien wat hij allemaal nog niet kon. Hij kon het wel maar ze had van te voren de opdrachten niet uitgelegd. Want hij is zo slim dat hij dat wel had kunnen begrijpen. 

Hij moest soms met een ander jongetje op de gang gaan werken. Ze moesten samen een onderwerp verzinnen en uitwerken wat ze interessant vonden. De juf deed de deur van de klas dan wel dicht. Zij vonden het leuk om rond de tafel te rennen of paardje te spelen. Dus ze waren nog niet echt toe aan extra werk want nog niet zelfstandig genoeg. Hij was acht jaar toen. 

Hij wilde graag achterin de klas zitten zodat er achter hem geen onverwachte dingen konden gebeuren. De juf zette hem een rij naar voren zodat hij daar toch mee kon oefenen. Achter hem zat een jongetje die heel zachtjes de hele tijd geluidjes maakte. De juf hoorde die geluidjes niet dus ze bestonden niet. Toen werd hij heel ziek, een week lang had hij hoge koorts en daarna moest hij nog twee weken bij komen. Siem was heel vaak ziek thuis. Als hij aan school dacht, had hij hoofdpijn en buikpijn. Wat hij leerde, leerde hij thuis, van klokhuis en de boeken die hij las. 

In de pauzes stond hij alleen. De jongens voetbalden en bij voetballen kreeg hij altijd heel hard de bal tegen zich aan. De meisjes speelden alleen met meisjes want dat hoort zo. En in de pauze had de juf ook pauze dus at ze een appel en keek toe. 

De laatste week voor de vakantie ging hij naar opa en oma op Texel, met het verdriet in zijn ogen. De laatste schooldag was hij weer terug om zijn spullen op te halen. De juf deelde een foto uit waar alle kinderen op stonden, behalve hij en een ander jongetje. Ze had hun namen er ook niet op geschreven. Zie je wel dat ik er niet bij hoor zei hij. 

Met deze woorden beschreef hij het einde van zijn carrière op deze school. 

Nu twee jaar later begint Siem te helen. Nog steeds is hij afwachtend in zijn contact met anderen. Nog steeds denkt hij dat anderen hem niet zien staan en kan hij het niet echt geloven dat anderen het leuk vinden om contact met hem te hebben. Maar hij heeft weer plezier in het leven. Hij weet alles over Griekse mythen en is een lopende Lego encyclopedie. Hij wil niet meer dood. Gelukkig maar! 



zaterdag 25 juli 2015

Stilte voor de storm

Het is echt waar, ik word nog een keer moeder. Het is zoiets groots en niet voor te stellen eigenlijk.

Je zit daar in een ruimte, een kamertje met wat speeltoestellen en andere ouders en dan krijg je "ineens" een kind waar je helemaal verantwoordelijk voor bent, een kind dat vanaf dat moment helemaal bij jou hoort. Een kind met een verleden, met een eigen verhaal. Met een vader en moeder bij wie hij geboren werd, in wiens buik hij groeide, bij die moeder dan. Die uitzagen naar de komst van hun kind en toen toch de beslissing namen hun baby naar het weeshuis te brengen. Een maand voordat wij Qiujun ophaalden. Hij was al daar toen wij voor het hek stonden en het terrein niet op mochten. Een baby'tje van een maand oud.

Een kindje dat al meer dan vijf jaar in een weeshuis woont, dat daar al van alles heeft meegemaakt waar wij nooit van af zullen weten, waar we naar zullen gissen, losse eindjes die we aan elkaar verbinden en soms later weer verwerpen. Een kindje dat vanaf dat moment en eigenlijk nu al in ieder cel van mijn lijf zit.

Diep in mijn hart heb ik altijd geweten dat Chunlian bij ons zou komen. Al drie jaar lang leeft hij in mij. En nu het moment nadert dat we bij elkaar komen, lijkt alles te kloppen. Het heeft zo moeten zijn. Ik dank het universum dat Chunlian bij ons mag komen.



dinsdag 30 juni 2015

Herinneringen

Toen Qiujun met zijn drie jaar oud bij ons kwam, had hij bijna geen taal tot zijn beschikking, ook geen Chinees. Dat wisten wij omdat we in een verslag gelezen hadden dat hij nauwelijks sprak.
Het lastige van het niet hebben van woorden is dat je moeilijk herinneringen opslaat. Misschien heeft hij nog wel flitsen van vroeger maar herkent hij ze niet als herinneringen. Als kind had ik een heel duidelijk beeld van Maleisië, het land waar ik mijn eerste vier jaar woonde, maar ik wist niet meer wat ik zelf onthouden had of wat mijn ouders mij verteld hadden of op films en foto's hadden laten zien. De geuren en smaken zitten wel in mijn hersens vastgeklonken. In een tropische kas krijg ik tranen in mijn ogen en de smaak van papaya of ramboetan is de smaak van die mooie tropenjaren waarin alles goed was.

Voor Qiujun hebben we bijna geen foto's en al helemaal geen film. Hij heeft zich denken wij ook heel erg afgesloten van zijn omgeving omdat hij daarin niet kon krijgen wat hij nodig had. Een intens levend kind die in zijn gevoeligheden niet onderdoet voor zijn broers is niet altijd een makkelijke combinatie met een weeshuis waar de verzorgsters toch echt meerdere kinderen moeten verzorgen en hij mee moest met de stroom van praktische zaken die op een dag moeten gebeuren. Tel uit je winst.

Het bijzondere is dat er straks een klein kindje van vijf jaar in zijn leven komt die waarschijnlijk wel herinneringen heeft aan diezelfde plek op aarde. Chunlian groeit nu op in het weeshuis waar ook Qiujun opgroeide. Met zijn komst krijgt Qiujun dus herinneringen terug die hij niet heeft. We hopen dat Chunlian dingen kan vertellen, voor hemzelf en voor Qiujun. Zodat we hen beiden kunnen helpen hun levensverhaal een anker te geven. Spannend blijft nog of Chunlian wel taal tot zijn beschikking heeft. Waar zijn vriendinnetje op de filmpjes duidelijk te horen is, spreekt hij zelf nauwelijks een woord en wijst hij naar voorwerpen. Komt ons op zich wel bekend voor .........


maandag 15 juni 2015

Schatzoeken

Mensen die mij goed kennen, weten dat ik overal heel goed over nadenk, hoewel ik misschien heel nonchalant lijkt. Nou kost nadenken me niet zo heel veel moeite, het gaat redelijk vanzelf. En als ik iets besloten heb, doe ik het. Daarbij probeer ik wel rekening te houden met wat "normaal" en acceptabel wordt gevonden maar waar sommigen uitgaan van normaal en acceptabel om een oplossing te zoeken, draai ik de volgorde om. Ik verzin een oplossing, bekijk de oplossing van alle kanten en o ja, kijk dan ook nog of hij enigszins acceptabel en normaal zou kunnen zijn. Voor diegenen die dat belangrijk vinden.

Op die manier waren wij uitgekomen bij fundraisen om het mogelijk te maken met het gezin ons jongste kind op te halen in China. We zagen de voor- en nadelen, wisten wat we absoluut niet wilden en we wisten waar we het voor deden.

Pas eind maart van dit jaar wisten we dat wij dit kindje, dat we al drie jaar op ons netvlies hadden, echt mochten gaan adopteren. Het bijzondere is dat onze Chinese kinderen uit hetzelfde tehuis komen, met hetzelfde medische dossier. Verwantschap is goed mogelijk maar voor ons al lang niet meer de reden om dit kindje te adopteren. Een gedeelde achtergrond op diverse vlakken leek ons een zeer goede reden om deze kinderen samen te laten opgroeien op een warme plek waar ze mogen zijn wie ze zijn.

Omdat Qiujun, die we adopteerden toen hij drie jaar oud was, geen woorden had om de wereld te begrijpen, heeft hij destijds weinig begrepen van wat hem overkwam. Voor hem was in die tijd de wereld een grote waas en was hij ingekapseld in een soort cocon, beschermd voor de buitenwereld die hij niet begreep. Inmiddels is hij op aarde geland en leeft hij het leven met volle teugen.

Wij hadden hem heel graag laten zien wat hem overkwam destijds en dan in de rol van een van de grote broers. De andere twee grote broers zou hij daarbij zeker nodig hebben. Zij hebben de afgelopen jaren een belangrijke rol voor hem gespeeld, zijn tolken naar de buitenwereld, degenen die hem leerden spelen, praten, kind zijn. Die hem op school en thuis meeslepen met spellen die ze verzinnen, die zijn wereld voor hem geopend hebben. Zijn mama om hem een hand te geven en hem te laten voelen dat hij best ook nog wel klein en kwetsbaar mag zijn, door zijn groot houden heen te prikken. Zijn papa om hem de buitenwereld mee in te nemen, op avontuur te gaan, samen met zijn broers. En dan dat lieve kleine kindje nu nog in China die vanuit het weeshuis omringd zou zijn door al die warme energie, af en toe overweldigd door al het nieuwe (dus mama die hem daar even uit haalt en bij zich op schoot neemt).

Twee en een halve week China voordat we in het nieuwe leven als gezin van zes in Nederland verder zouden gaan. Dat was de reden om te gaan fundraisen. Natuurlijk kunnen we geld lenen maar geleend geld moet ook worden terugbetaald, het huis heeft onderhoud nodig, de kinderen gaan naar een niet bekostigde school op 15 kilometer afstand waar ze heel gelukkig zijn. Veel spaargeld hebben we niet, het meeste ging op aan de adoptie van Qiujun. Sinds de geboorte van Tijmen werk ik niet, een kindje dat altijd huilt laat je niet graag achter op een kinderdagverblijf. Voor we kinderen kregen werkten we in Bolivia voor een onkostenvergoeding. Onze leeftijdsgenoten kregen banen, kochten huizen, reden in lease auto's rond (niet allemaal hoor, ieder zijn eigen weg). Wij hadden de ervaring van ons leven maar rijk werden we er niet van. Vier jaar op een instelling met kinderen met een beperking gaf mij de bagage die ik nodig had, een heel diep weten wat voor mij belangrijk is in het leven.

Al die jaren werden wij financieel ondersteund door mijn ouders. Soms best lastig, om nu nog steeds op die manier afhankelijk te zijn van hen maar ik weet dat ik die afhankelijkheid niet aanhoudt voor mezelf maar voor mijn kinderen. Zodat mijn kinderen naar een school kunnen waar ze zich goed voelen, zich kunnen ontwikkelen en zichzelf kunnen zijn, op vakantie naar Texel kunnen en hun moeder er zoveel mogelijk voor hen kan zijn. Een andere weg had eigenlijk niet gekund.

De hetze die afgelopen week door een aantal mensen in het "adoptiecircuit" werd gemaakt over ons fundraisen, voelde voor mij ontzettend slecht. Ik ben enorm geschrokken van het sneeuwbal effect, ineens allemaal wild vreemde mensen die een mening hadden over wat wij deden. Zonder dat ze ons kenden, zonder dat ze ons verhaal begrepen of zich er in hadden verdiept. Zonder dat ze iets weten over het medische dossier van onze kinderen en met weten bedoel ik dat ze echt begrijpen wat het inhoudt om te leven met wat zij hebben, op te groeien in een land waar dat nog niet echt geaccepteerd is (dat is hier in Nederland al een puntje, laat staan in China). Ik viel terug in een oude pijn, iets waar ik zoveel moeite mee heb, oordelen uitspreken zonder enig begrip.

Toen wij net terug waren uit Bolivia in een wildvreemd Nederland, heel ons leven in Bolivia waar we ons goed thuis voelden, hadden moeten achterlaten. stond ik bij de AH. Ik had een groot verpakking sportlife kauwgom gevonden, een schat! Voor ik naar Bolivia ging kauwde ik namelijk graag op kauwgom, sportlife! En die had je niet in Sucre. Daar kon je alleen kauwgom kopen die na twee minuten zijn smaak verloor. Dus ik was heel opgetogen over de kauwgom, ook in een poging de cultuurschok waar ik in verkeerde te onderdrukken. Toen ik bij de kassa mijn megaverpakking, mijn schat, op de band legde schudde een mevrouw achter mij haar hoofd, wat een belachelijke hoeveelheid kauwgom was haar boodschap. Welkom in Nederland, Jouke. Mijn cultuurschok was bijzonder diep en langdurig. Natuurlijk was die cultuurschok ook oud, toen ik bijna vier jaar oud was, kwam ik vanuit Maleisië in Nederland wonen. En dat mooie tropenleven in Maleisië, wat allang niet meer mogelijk is, zit diep in mij, een diepe heimwee naar de warme geuren van een land dat niet meer het land is van mijn eerste kinderjaren. Gek genoeg voelde Nanning, de stad waar we Qiujun ophaalden, heel erg als thuis.

Het gevoel dat Nederland eigenlijk te klein voor mij is, bekroop mij ook afgelopen week weer. En dat is naar, want het is niet het gevoel dat ik aan mijn kinderen wil overdragen. Ook Nederland heeft zijn mooie kanten en is een mooie thuisbasis om de rest van de wereld te gaan verkennen.

In kleine stukjes dringt het ook tot mij door dat we ontzettend veel steun en lieve woorden kregen de afgelopen week. Ook van mensen die ik alleen van internet ken, uit het "adoptiecircuit". Heel bijzonder en hartverwarmend. De wachttijd op toestemming uit China vind ik wel steeds spannender worden. Wat kan er nog meer mis gaan (als dit fundraisen ook zo mis is gegaan), misschien krijgen we wel helemaal geen toestemming? Inmiddels is het voor mij "eerst zien, dan geloven". En als het dan zover is, zijn mijn armen open en weet ik dat ook onze jongste gedragen wordt door heel veel mensen.










https://www.youtube.com/watch?v=VrdArst7Aos


maandag 8 juni 2015

Achterhaalde misstanden?

Als reactie op een ingezonden brief van twee artsen in de Volkskrant (zie foto's onderaan), stuurde ik de Volkskrant ook een brief. Helaas wordt deze niet geplaatst, hier kun je hem lezen:

Met enige verbazing las ik de ingezonden brief van de heer de Jong en mevrouw Salvatore, met als titel “Achterhaalde misstanden”. Wij hebben vijf jaar geleden niet ervaren dat er “zeer zorgvuldig in een multidisciplinair team (met kind en ouders?) wordt afgewogen welke stappen moeten worden gezet en wanneer” toen wij met ons kind met een geslachtsvariatie bij hen kwamen. Misschien is vijf jaar geleden inmiddels achterhaald?
Toen wij met onze vers geadopteerde zoon van drie jaar oud en zeer terughoudend in zijn contact met onbekenden bij een collega van de heer de Jong naar binnen stapten, mochten wij hem meteen uitkleden om te laten onderzoeken. Stom genoeg deden we dat ook nog. De heer de Jong kwam een kijkje nemen, nog een volstrekt onbekende persoon die een blik wierp op de genitaliën van onze zoon en begon met zijn collega een onderonsje over de te volgen operatietechnieken. Na dit een tijdje te hebben aangehoord, zei ik dat onze zoon voorlopig helemaal niet geopereerd ging worden. De heren vielen stil en even later kregen wij te horen dat we teveel op internet hadden gelezen, waar allemaal gedateerde en onware informatie op staat van gefrustreerde mensen die met operatietechnieken uit een ver verleden geopereerd zijn. Tegenwoordig kunnen zij het allemaal veel beter en een jongen moet toch kunnen plassen in de vijver met zijn vriendjes. Nu plassen onze andere twee zonen nooit met vriendjes in een vijver, maar misschien zijn zij daarin een grote uitzondering. Wij gaven aan eerst een mogelijk achterliggende oorzaak van zijn ernstige hypospadie te willen weten en het voor hem heel belangrijk te vinden zelf mee te beslissen. Ook stelden wij de vraag of die operatietechnieken de komende jaren dan niet nog verder zullen verbeteren, de moeite van het wachten waard dus,  zoals ze de afgelopen vijftien jaar ook zo verbeterd zijn. Maar het kan echt niet beter dan nu, werd ons verteld. Mijn man omschrijft dit consult als eentje waarbij slechts aandacht was voor de genitaliën van ons kind, niet voor de mens daarachter.
Een half jaar later wisten wij dat er bij onze zoon inderdaad een achterliggende oorzaak gevonden is, eentje die best wel wat gevolgen kan hebben voor zijn genderbeleving later in het leven. Alleen al om die reden was een operatie om zijn uiterlijke geslachtsorganen te normaliseren wat te voorbarig in onze ogen, los van het feit dat wij denken dat een mens zelf mag beslissen over hoe hij er uit wil zien. Wij zagen dagelijks de gevolgen van beslissingen die andere mensen eerder in zijn leven over hem genomen hadden en wij wilden deze schijnbare vanzelfsprekendheid dat anderen met verstrekkende gevolgen over zijn leven beslissen nu stoppen.  Bij de medisch psycholoog beantwoordden wij nog de vraag of wij hem ook niet zouden laten opereren als hij een ernstige schisis zou hebben gehad, even kijken hoe principieel wij waren?

Wij zijn niet meer in het ziekenhuis terug geweest met hem. In overleg met de huisarts gaan wij pas weer met hem naar een ziekenhuis als dit echt nodig is. Ons kind groeit op  zijn manier groot. Hij weet heel goed dat zijn piemeltje anders is,  dat er nog meer dingen in zijn lijf een beetje anders gaan en dat er meer mensen zijn zoals hij. Als hij groter is en meer vragen krijgt, zullen wij hem helpen de voor hem juiste weg te bewandelen. En dat zal gezien de achterliggende oorzaak van zijn andere bouw niet altijd een eenvoudige weg zijn maar wel een waarin hij op de steun van ons en vele lotgenoten van over de hele wereld kan rekenen. Ons kind kan trouwens prima in een vijver plassen als hij dat zou willen, alleen dan achterstevoren.





vrijdag 22 mei 2015

Onzichtbaar kind

Het rare van het wachten op Chunlian is dat we een soort van onzichtbaar kind hebben. Voor mij raakt dat een oude pijn want ook Jasper, onze eerstgeborene, was en is een onzichtbaar kind. Na zijn geboorte heb ik er over nagedacht met een lege kinderwagen over straat te gaan zodat ik over hem zou kunnen praten. Ik verfoeide de vlaggetjes overal bij ons in de straat, we woonden in een nieuwbouwwijk, hoera een jongen, hoera een meisje. Wat maakt het nou uit of het een jongen of een meisje is, hoera een kindje moet er staan, vond ik. Ik schreef de geschiedenis van mijn kinderen voordat ik hem kende. En eigenlijk zat mijn ergernis dieper. Niemand kon zien dat ik moeder was geworden. Niemand kon zien dat ik een kindje had gekregen.

Mijn hart maakt een sprong als iemand iets over Chunlian vraagt of zijn naam noemt. In fragmenten wordt hij op zo'n moment zichtbaar. Ook ik ken hem nog niet. Ik ken alleen zijn foto's, ik heb hem zien bewegen op filmpjes, met een heel lief stemmetje horen praten en ik heb verslagen over hem gelezen. Hij wordt beschreven als een een kleine druktemaker, had ik iets anders kunnen verwachten? Hij ziet er uit als een heel zachtaardig jongetje, lijkt me ook wel passend.

 Zijn foto's heb ik inmiddels grijs gestaard. Soms kijk ik expres een paar dagen niet naar hem in de hoop dat de foto's als nieuw zijn bij een volgende blik. Ik zoek vruchteloos op internet naar een nieuw puzzelstukje van zijn leven, naar een nieuw stapje in onze weg naar hem. Een machteloos gevoel, dat wachten op.

Straks is hij hier wel, hoewel ik dat nu nog niet kan geloven. Zijn bestaan kan dan niet langer ontkend worden, hij gaat een toekomst tegemoet waarin hij kan worden wie hij wil zijn. En tot die tijd huppelt hij rond in een weeshuis in China, met zijn vriendinnetje. Hij wordt liefdevol verzorgd door de verzorgsters, een weeskind in een weeshuis in China, zoals er zoveel weeskinderen zijn. Straks is er weer eentje minder. Chunlian is zijn naam: 



Foto er tijdelijk af, verkeerde media aandacht gekregen helaas
 

zaterdag 16 mei 2015

Mindshift

Als ik andere ouders vertel dat mijn kinderen op een democratische school zitten, krijg ik vaak te horen dat deze school voor hun kind niet geschikt zou zijn want hun kind heeft meer structuur nodig. Nu zitten er op de Ruimte vele kinderen van wie je kunt zeggen dat ze structuur nodig hebben en toch doen ze het erg goed op deze school.

Ik vermoed dat wat mensen nodig hebben niet zozeer structuur is maar verbinding, deel uit maken van een gemeenschap. Ik denk dat wij vaak het woord structuur gebruiken terwijl we eigenlijk verbinding bedoelen. Op het moment dat verbinding afwezig is, vormt structuur een soort kunstmatig vangnet. Structuur biedt dan nog een beetje houvast. Op een reguliere school met grote groepen, wisselende leerkrachten en kinderen ingedeeld op leeftijd in plaats van op eigen voorkeur, mist vaak de verbinding. Of ze willen of niet, kinderen zijn verplicht hun dag door te brengen in een lokaal of in de hal, aan een tafel, met kinderen uit hun groep en een leerkracht die hen vertelt wat ze moeten doen. Weinig tijd om verbinding te maken want ook de lesmethodes vragen om aandacht en de kerndoelen moeten worden gehaald. Hard werken voor de leerkrachten om de kinderen dan toch voldoende structuur, het kunstmatige vangnet, aan te bieden.

Misschien klopt het dus wel dat er op een democratische school weinig structuur is in de zin van een vast programma. Maar kinderen, in ieder geval onze kinderen die in een hecht gezin opgroeien, voelen haarfijn aan dat er wel verbinding is en dat ze deel uit maken van een gemeenschap. De afwezigheid van een kunstmatig vangnet maakt de school om verschillende redenen wel kwetsbaar.

De gemeenschap moet beschermd worden terwijl er continu druk op staat om te veranderen. Er komen nieuwe studenten (met ouders) en stafleden. Er komen nieuwe ideeën over natuurlijk leren, er zijn ontwikkelingen in onderwijsland waardoor leren op afstand makkelijker wordt. Er wordt in de maatschappij oneindig gepraat over wat goed onderwijs is en iedereen heeft er een mening over. In mijn vorige kritische blog haal ik ten dele uit naar de behoudendheid van de school. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit een beschermingsmechanisme is, niet altijd adequaat, om te voorkomen dat de gemeenschap uit elkaar valt en de verbinding ontbreekt. Ik denk niet dat vernieuwingen dit effect hebben in een gemeenschap die stevig staat maar ik kan me voorstellen dat dit in het verleden niet altijd het geval was.

Ook is de school kwetsbaar omdat je in een gemeenschap zult moeten zoeken naar een balans tussen "de neuzen de zelfde kant op" en het unieke van ieder individu. Mensen komen om zeer diverse redenen op school en het is belangrijk dat een ieder zich onderdeel gaat voelen van de gemeenschap die de school voelt, ieder weer op zijn of haar eigen wijze. Ook ouders horen hierbij, hoewel er mensen op school zijn die dat liever ontkennen. Contraproductief in mijn ogen. Ook hebben studenten, ouders, stafleden soms veel meegemaakt in hun onderwijscarrière en hebben ze tijd nodig om vertrouwen te krijgen in de gemeenschap waar ze deel van uit zijn gaan maken. Een sterke gemeenschap kan dit dragen maar als de gemeenschap op haar grondvesten trilt, gaan deze kwetsbare mensen onderuit.

De gemeenschap is ook kwetsbaar omdat het iets is dat je voelt, of niet. Structuur is te omschrijven en te kaderen, om 9 uur gaan we rekenen, om 10 uur eet je je appel en om 15 uur mag je weer naar huis. Je mag niet pesten en als er iets is, meld je dat bij de juf. Hoe omschrijf je een gemeenschap, hoe omschrijf je verbinding? Verbinding kun je niet afdwingen bovendien, het is onderdeel van ieders individuele vrijheid om een verbinding niet aan te gaan, tijdelijk of voortdurend. Hoe maak je een meerjarenplan voor een gemeenschap, waar ook innovatie in voorkomt? Een sterke gemeenschap omarmt innovatie en vernieuwing, een gemeenschap die onzeker is van zichzelf, zal zich afschermen en behoudend worden. Hoe kom je uit deze impasse zonder dat de gemeenschap ten onder gaat?

Ik denk dat het goed is om je te realiseren dat innoveren hoort bij de mens en dus ook bij een gemeenschap van mensen. Iedere gemeenschap maakt vernieuwingen door en juist door deze te omarmen en ook wel eens later tot de conclusie te komen dat het geen succes was, kan een gemeenschap blijven bestaan.

Het is een soort van mindshift die gemaakt zal moeten worden en lukt het om de hele gemeenschap die shift te laten maken? Is het zo dat er al een hele groep studenten en een aantal stafleden deze shift allang heeft gemaakt en geduldig afwacht tot de rest van de gemeenschap volgt? Ik ga voor deze laatste mogelijkheid!




dinsdag 12 mei 2015

Vrijheid of sociale dictatuur

Onze kinderen zitten op een democratische school die werkt volgens sociocratische principes. Sociocratie werkt niet met de meeste stemmen gelden maar met overwegend bezwaar en consent. Zolang iemand overwegend bezwaar heeft en hier goede redenen voor kan aandragen (en dan helpt het als die persoon welbespraakt is!), gaat een nieuw idee niet door. Dit werkt als er de boventoon wordt gevoerd door mensen die altruïstisch kunnen denken en kunnen reflecteren op hun eigen handelen. Dan is sociocratie misschien wel te verkiezen.

Op het moment dat een systeem echter vooral bezig lijkt te zijn zichzelf in stand te houden en het krampachtig gaat reageren, lijkt de sociocratie een heel geslepen middel om een soort sociale dictatuur te ontketenen. Een krampachtig in stand gehouden systeem is altijd een bron van ellende. Als het goed zou functioneren zou die kramp namelijk helemaal niet ontstaan en een systeem belangrijker maken dan een individu is in mijn ogen een gevaarlijk iets. In de praktijk zie je dat innovatieve processen kunnen worden stopgezet op een overwegend bezwaar van enkelingen die vast willen houden aan wat er al is. Nieuwe initiatieven worden geremd omdat het systeem traag reageert, met allerlei beslissingsstappen en even los (?) van het bestuurssysteem, daadkracht soms ontbreekt.

Het systeem in stand houden wordt belangrijker dan de individuele vrijheid van een ieder om zijn/haar eigen weg door het leven te kiezen. En dat is bijzonder op een school waar vrijheid om je eigen leven vorm te geven zo wordt gepropageerd. Een rare tegenstelling.

Op zich is het ook bijzonder dat een school voor democratisch onderwijs zoveel moeite lijkt te hebben met innovatieve processen en daardoor krampachtig wordt. Dit lijkt een erfenis uit het verleden te zijn, een erfenis die het systeem met zich mee draagt. Wij tegen de buitenwereld, de onderwijsinspectie, de leerplichtambtenaren, de doctrine van het reguliere onderwijs. Ik denk dat op we pas echte vrijheid kunnen ervaren voor onze kinderen en onszelf als we die erfenis overboord kunnen zetten. We maken een mooie gedenkdag voor de strijd die geleverd is en we gaan verder met het nu. Vrijheid om je leven in een gemeenschap van mensen zelf vorm te mogen geven en als individu niet ondergeschikt te zijn aan een systeem dat krampachtig in stand gehouden wordt.

Ik stem dus voor het oprichten van een monument voor de strijd die in het verleden is gevoerd, een dag om die strijd de herdenken en dan nu verder te gaan met het nu. Zou dat kunnen? Er zit zoveel potentie in de school dat het mooi zo zijn als het lukte!

zondag 3 mei 2015

Muizen en zo

Eigenlijk is het proces van adopteren een soort mindgame.

Ik verlang naar het moment dat Chunlian hier bij ons is maar dan zijn de lente en de zomer al weer voorbij. De lente en zomer dat Qiujun acht is, Siem elf en Tijmen dertien jaar oud. Een lente en zomer waarin ik in het nu wil kunnen leven en wil kunnen genieten van hen die om mij heen zijn. Waarin we samen zijn, weliswaar zonder Chunlian en waarin we dingen beleven die we aan onze herinneringen toe gaan voegen. Weet je nog toen....

Ook nu zijn er herinneringen waarbij soms gezegd wordt, toen was jij nog in China Qiujun. Ook voor Chunlian komen er straks herinneringen langs van toen hij nog in China woonde. Als Chunlian er straks is, is Wookiee geen pup meer en Sofietje is er misschien wel helemaal niet meer.

Chunlian leeft zijn leven nu in China. Zijn herinneringen zijn van het weeshuis en de school waar hij heen gaat. Wij krijgen een glimps te zien op de filmpjes die we van hem hebben en die ik, als het zou kunnen, nu grijs gedraaid heb.

Terwijl ik van het nu wil genieten, verlang ik naar de toekomst en droom ik dat dat lieve mensenkind bij ons gezin hoort. Het gaat me nu steeds beter lukken dit verlangen te integreren in het genieten van nu. Geniale zin, toch? Maar het is wel zo.

Ik geniet van de opmerkingen van de kinderen. Zou Chunlian dit ook leuk vinden? Het lijkt me leuk om samen met hem, met zijn vieren, van die hoge duin te glijden. Ik droom dat we op een klif staan, hij staat naast me en we omarmen elkaar. Ik geniet van de muis die we op de rommelmarkt kochten voor een euro, die nu gewassen en wel op hem wacht in ons bed. Ik droom over zijn glimlach die we de eerste weken misschien helemaal niet zien en ik droom erover hem te zien rondrennen samen met zijn broers. En misschien vindt hij Muis wel leuk, misschien niet. De tijd zal het leren!






maandag 27 april 2015

Iemand missen die je nog niet kent

We zijn nu op vakantie op Texel. Onderweg hierheen realiseerde ik me dat ik het moeilijk vond dat Chunlian er niet bij is. Er ging een flits van gemis door me heen. Onze kinderen vinden het altijd erg fijn om naar Texel te gaan, net als wij, maar deze keer zag ik er tegenop omdat we Chunlian nog niet mee konden nemen.

Fikkie stoken in de tuin en engeltjes te paard maken, wandelen op het strand, naar de intertoys, het sommeltjespad, naar de film, allemaal dingen die bij Texel horen. Van de hoge duin naar beneden glijden en een wedstrijdje doen wie als eerste weer boven is. Ruzie maken over van wie welk bramenvalleitje in de Slufter is en de loze woorden van je verstandige ouders aan horen, de valleitjes zijn van zichzelf :) Voetballen in de tuin waarbij het voor sommigen onder ons al een hele prestatie is dat hun voet de bal raakt. Met je zakmes stokken bewerken tot mooie kunstvoorwerpen, als een kungfu master met een plastic tennisracket rondspringen in de tuin, stoeien op het grasveld, op je fiets mee de honden uitlaten. De Meierblis bij de Cocksdorp, het strand van de Jan Ayeslag, Sweet die hem smeert in duinen. Dat is Texel.

Een onvoorstelbaar en warm idee dat hier straks nog een kindje rondloopt die er hopelijk op zijn eigen manier van kan gaan genieten. Meegesleept door zijn broers, aan de hand genomen door ons mag hij alles in zijn eigen tempo en op zijn manier gaan ontdekken. In plaats van drie dan vier kinderen die van de duin naar beneden glijden, of zou hij dat niet durven? Dat mag ook, dan kijken we samen naar zijn grote broers.




zondag 12 april 2015

Als je in jezelf gelooft kun je alles zijn

Ooit gingen de oudste twee een ochtend per week naar de plusklus die eigenlijk plusklas of DaVinci heette. Vanuit het idee, ze hebben een adequaat labeltje en ze zijn niet zo gelukkig op de gewone school, dus laten we daar eens iets aan gaan doen. We hoorden uit ons hoogbegaafde netwerk dat het heel goed is voor hoogbegaafde kinderen, ze ontmoeten elkaar, ze leren leren en ze kunnen in een ochtend hun batterij opladen om er weer de hele week op de gewone school tegen te kunnen.

Maar het werkte helemaal niet voor onze kinderen. Ze vonden het helemaal niet leuk en zaten niet te wachten op een uitdaging in een vreemd schoolgebouw met onbekende kinderen. Ze hadden geen klik met de juf en maar heel soms met de kinderen.

Een ochtend per week moest Siem zijn faalangst overboord zetten, een van zijn leerdoelen immers, en echt nuttige dingen doen. Elke acht weken moest hij iets neerzetten over een onderwerp naar keuze of naar beperkte keuze ("jullie mogen kiezen maar het moet over eten gaan"). Maar hij wist niet hoe. Zie je wel, faalangst. Nee hij weet niet hoe. Hij weet niet hoe hij aan die enorme brei aan informatie en kennis die hij in zijn hoofd heeft zo'n draai kan geven zodat een ander dat een presentatie noemt. Je kunt wel naast hem gaan zitten en met hem praten over een onderwerp dat hem interesseert. Of met hem naar een museum gaan en dan praat hij je de oren van het hoofd want hij weet overal wel wat vanaf en als dat niet zo is, zorgt hij er in no time voor dat hij er wel van alles van af weet.

Ook het schakelen tussen plusklas en gewone school was lastig. Het waren twee verschillende werelden, bevestigd doordat de ene om de hoek was en de ander in de auto bereikt moest worden. En die twee werelden hadden geen ander contactlijntje dan ons kind, hoewel de plusklusjuffen uitgebreide verslagen schreven over wat er allemaal gedaan was. Misschien hadden de verslagen een kans gemaakt als ze hadden opgeschreven wat er allemaal gevoeld was maar dat was denk ik toch een brug te ver.

De plusklus was dus niet zo'n succes en wij gingen op zoek naar het waarom. Waarom vinden al die andere kinderen het wel leuk om daar een ochtend per week heen te gaan en onze kinderen helemaal niet? Waarom laden zij hun batterij daar helemaal niet op?

Kennelijk bestaan er hoogbegaafde kinderen en hoogbegaafde kinderen. Wat ze bindt is de neiging om dat wat ze doen in het extreme te doen, in ieder geval in de ogen van niet hoogbegaafde mensen. En die van ons zijn in het extreme eigenzinnig. Ze zijn bij te sturen maar niet te sturen. Je kunt met ze praten tot je een ons weegt maar als ze een idee in hun hoofd hebben, dan doen ze dat, one way or another. Daarbij zijn ze heel redelijk en mogen wij ons in de handjes knijpen dat hun normen en waardensysteem en emotionele ontwikkeling allang op een veel hoger niveau is dan het bij de meeste mensen ooit zal komen (en dan niet hoger als waardeoordeel maar als feit).

Ze weten van alles over van alles maar ze willen niet gedwongen worden dat te presenteren op een groot karton waar ze plaatjes op mogen plakken en lijntjes op mogen trekken om de verbindingen tussen de plaatjes aan te geven. Op het uur dat de juf voor hen bepaald heeft, in een lokaal waar ze zich niet prettig voelen (het gebouw had wat sick building neigingen), met allemaal andere kinderen van wie een aantal de presentatie toch echt door papa of mama in elkaar had laten draaien.

Op de school waar ze nu heen gaan, zijn ze gewoon wie ze zijn. Dat klinkt simpel maar in iets wat school heet en wat aan de door onze overheid o zo gewaardeerde leerplicht voldoet, is dat eigenlijk helemaal niet zo makkelijk. Het vergt een enorme denk slag om kinderen te gaan zien als zichzelf. Het grappige is dat onze oudste twee kinderen het helemaal niet moeilijk vonden om gewoon zichzelf te zijn, die snapten het idee van hun nieuwe school nog voordat ze er begonnen waren geloof ik. Ze moesten er alleen op leren vertrouwen dat het ook echt zo was, dat ze zichzelf mochten zijn en er geen verborgen ideeën achter zaten. En voor de jongste is het een van de belangrijkste dingen die we ons maar kunnen bedenken, jezelf mogen zijn in een omgeving met andere mensen. Als je in jezelf gelooft kun je de hele wereld aan!



 

donderdag 9 april 2015

Ik zie jou!


Hieronder kun je lezen hoe ik, in overleg met de basisschool waar ik werk, de HB groep inricht.
Tegenwoordig wordt er ontzettend veel geschreven over hoogbegaafdheid én over onderwijs. Scholen moeten steeds meer kunnen, zeker in het kader van het Passend Onderwijs en aan alle kanten wordt er gezocht naar vernieuwing en verbetering, het moet anders. En ook graag goedkoper! De werkelijkheid is weerbarstig; volle klassen, meerdere kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, een programma dat afgewerkt moet worden, administratie die bijgehouden moet worden. Voor hoogbegaafde kinderen is er geen klinkklare oplossing, de variatie is groot en de meningen over wat ze nodig hebben is per definitie zeer verdeeld.  Per definitie, omdat het nou eenmaal echt zo is dat de variatie in hoogbegaafde kinderen zo groot is dat ze allemaal iets anders nodig lijken te hebben. Wat ieder kind in ieder geval nodig heeft, is gezien te worden!

Hoogbegaafd en gezien worden

Vaak is het moeilijk om hoogbegaafde kinderen goed te zien. Sommigen willen vooral niet opvallen en duiken onder, anderen vertonen in de groep zeer storend gedrag, zijn moeilijk aanspreekbaar en komen niet tot leren. Sommige hoogbegaafde kinderen scoren zeer goed op toetsen, bij anderen zie je in hun schoolwerk niets terug van hun hoge IQ. De schoolwereld is helaas (nog) niet goed ingesteld op visueel denkende kinderen. Veel hoogbegaafde kinderen zijn “twice exceptional”, behalve hoogbegaafd zijn ze dyslectisch, beelddenker of vertonen ze autiform of hyperactief gedrag. Automatiseren is ook niet een van de sterkste kanten van veel hoogbegaafde kinderen.

Vertaalslag

De hele dag maken hoogbegaafde kinderen onbewust een vertaalslag, vanuit de losse stukjes informatie die ze van een leerkracht krijgen (bottom up) zoeken ze naar het overzicht (top down) omdat ze alleen vanuit dit overzicht de leerstof kunnen doorgronden. En alleen als ze iets doorgronden, kunnen ze het echt onthouden, tot zich nemen.

Ook in hun contacten met andere mensen, klasgenoten, de leerkracht, moeten hoogbegaafde kinderen voortdurend een vertaalslag maken om begrepen te worden. Gelukkig hebben de meesten daar de capaciteit voor maar sommigen, zeker beelddenkende kinderen, kunnen zich maar moeilijk verbaal staande houden in een wereld die niet op hen is ingesteld. Er gaat zoveel meer in hen om dan ze kunnen laten zien. Vaak zien ouders dan ook een heel ander kind dan de leerkracht.

Wie is nou het kind dat achter al deze kenmerken en verhalen zit? Dat is het kind dat ik wil zien! En ik wil het kind graag leren zich te laten zien aan zijn/haar omgeving, ook al begrijpt deze omgeving hem/haar niet volledig.

Op school!

Dit klinkt misschien heel therapeutisch allemaal maar mijn ervaring is dat dit best op school kan. En in mijn optiek is het ook belangrijk, dat het op school gebeurt, zodat het kind niet ook nog een vertaalslag moet maken van een therapeutische omgeving naar de klas. Op school mag hij/zij immers ook zichzelf zijn. Twee uurtjes samen met ontwikkelingsgelijken en een begeleider die je helemaal ziet, op je eigen school waar je ook de rest van de week doorbrengt, kunnen zeer stimulerend werken.

Dit ben ik

Ik ben Jouke, 45 jaar, getrouwd met Arjan en moeder van drie kinderen. Na mijn middelbare school, een zelfstandig gymnasium waar ik me het apezuur heb verveeld en weinig aansluiting had met klasgenoten, studeerde ik een jaar Biologie in Utrecht. Na mijn propedeuse jaar ging ik verder in Wageningen, ik studeerde Tropisch Landgebruik. Ik studeerde af in Voorlichtingskunde en Onderwijskunde, verkocht kaartjes bij de NS en werkte vier jaar in Bolivia aan het opzetten van een zorgboerderij voor kinderen met een beperking.

Terug in Nederland kregen Arjan en ik drie kinderen. Onze jongste had een zeer slechte start, hij woonde zijn eerste drie jaar in een weeshuis in China. Een bijzonder jongetje met veel capaciteiten waar we iedere dag weer een beetje meer van gaan zien. Zijn twee broers zijn hoogbegaafd, maar ook zeer dyslectisch (de oudste) en beelddenkend (de middelste).

Zes jaar geleden begon ik met Spaanse les aan een aantal hoogbegaafde kinderen op de school waar mijn kinderen toen nog zaten. Gaandeweg is de Spaanse les veranderd in individueel maatwerk voor ieder hoogbegaafd kind in de groep, waarbij de cognitieve uitdaging een hulpmiddel is om het proces te sturen       jij mag jezelf laten zien en niet het product bepalend is (na een jaar kun je een simpel gesprek in het Spaans houden met iemand uit Spanje).

Inmiddels heb ik een expertise opgebouwd die ik niet heb omgezet in diploma’s. Ook heb ik niet vele cursussen gevolgd, over beelddenken, dyslexie, autisme. Wel heb ik op internet en in boeken veel gelezen en heb ik vele ouders, leerkrachten en kinderen gesproken. Ik heb nagedacht, verschillende strategiën uitgeprobeerd, met mijn handen in mijn haar gezeten, de kick gevoeld van een geslaagd uur met hoogbegaafde kinderen en uiteindelijk me gerealiseerd dat het de weg is waar het om gaat, niet het einddoel.   

Mijn eigen kinderen zitten op een democratische school, waar life long learning centraal staat. Ieder kind mag daar zijn eigen ontwikkeling vorm geven, zijn eigen reisverhaal schrijven. Een grote uitdaging, voor het kind, voor de ouders en voor de stafleden op school. Ik heb daarvan geleerd dat ieder kind een intrinsieke behoefte heeft om zich te ontwikkelen, een nieuwsgierigheid om de wereld te ontdekken. Soms is dat even zoeken en heeft het kind tijd nodig en is het aan ons als begeleiders om het kind hier de tijd voor te geven. Spannend omdat het product niet duidelijk omschreven is en het proces voorop staat.

Zoektocht

Loslaten en begeleiden, een constant zoeken naar wat heb jij van mij nodig en wanneer laat ik je los? Wat is jouw vraag aan mij, hoe kan ik jou helpen jezelf te ontwikkelen? Als ik met mijn peergroup kinderen werk, stel ik mij voortdurend deze vragen en zie ik het als een motiverende uitdaging om te moeten improviseren! En af en toe spelen we een lekker potje weerwolven waarbij ik ook weer momenten aangrijp om bewustwordingsprocessen in gang te zetten.

Peergroup, van product naar proces

In deze groepen staat het cognitieve leren in dienst van de bredere ontwikkeling van het kind. Gebruikmakend van de individuele wensen van het kind zoek ik in deze groep naar zijn/haar sociale en emotionele ontwikkeling maar lopen we ook aan tegen praktische vaardigheden (die soms wat lager liggen dan gemiddeld), het gevoel anders te zijn dan de rest en de gevoeligheden zoals beschreven door Dabrowski (psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, beeldend, emotioneel). Top down denken is in deze peergroups normaal, geen van de aanwezigen hoeft op die manier een vertaalslag te maken. Het proces heeft de nadruk, niet het product.

·         Individueel maatwerk, waarbij cognitieve uitdaging in dienst staat van een bredere ontwikkeling

·         Top down begeleiding

·         Bewustwording anders zijn en er mogen zijn

·         Twice exceptional is “normaal”

·         Gevoeligheden zoals beschreven door Dabrowski zijn “normaal”

·          Van product (einddoel) naar proces (de weg erheen)

zaterdag 4 april 2015

Dromen van een kind

Terwijl wij al weken naar jouw foto kijken, weet jij nog niets van ons bestaan. Onze dromen gaan over jou, je broers praten over jou.
Drie jaar al kom je in onze gedachten bij ons langs. Een kindje in een weeshuis in China, hetzelfde weeshuis als waar Qiujun zijn eerste 2,5 jaar verbleef.

Van de zomer gaven wij officieel de hoop op hem ooit bij ons gezin te mogen laten opgroeien en we verkochten de kinderfietsjes waar Qiujun uitgegroeid was en stopten de te kleine kleren in vuilniszakken om weg te brengen naar de kringloop. In november draaide onze werkelijkheid honderdtachtig graden. Het kindje was nog in het weeshuis, vertelde iemand ons en hij was adoptabel. Praktische bezwaren doemden op maar we besloten het gevoel dat hij bij ons hoort, te laten overheersen. En op een of andere manier leek tot nu toe het hele universum mee te willen werken. Een vergunninghouder (adoptieorganisatie) nam met ons de sprong in het diepe en de Raad van Kinderbescherming leverde maatwerk af. Het gaat er steeds meer op lijken dat dit kindje echt in ons gezin mag gaan opgroeien.

Terwijl wij iedere dag naar zijn foto's kijken, weet hij nog helemaal niets van ons bestaan. Ik probeer me zijn werkelijkheid voor te stellen, de muren van het weeshuis, de verzorgsters en de kinderen die daar zijn. Zijn bedje, de tafeltjes, de vloeren. Straks verandert die hele werkelijkheid, zonder dat hij daar ook maar iets over te zeggen heeft en zonder dat hij dat begrijpt en misschien zelfs zonder dat het hem van te voren is verteld. Net zoals toen hij door zijn geboorteouders werd afgestaan. Wij hebben dit nu voor hem besloten en hebben beredeneerd dat hij beter af is bij ons dan in het weeshuis of een ander gezin dat hem misschien in de toekomst wel zou willen adopteren. Wij hebben ja gezegd op hem, hij heeft niets te zeggen.

Ik zal van je houden, ik zal er altijd voor je zijn, ik wil je alles geven wat je nodig hebt, al mijn liefde en mijn warmte, mijn arm om jou heen, mijn heup om jou op te dragen, mijn geduld om op jou te wachten. Tot in de eeuwigheid zal ik op jou wachten. Als je tijd nodig hebt om aan je nieuwe wereld te wennen, om ons te gaan begrijpen, om het leuk te gaan vinden dat je bij ons bent, om het gevoel te krijgen dat je mag zijn wie je bent, ik zal op je wachten. Ik verwacht niets van je want ik heb alles al wat ik mij mezelf toe kan wensen en jij mag daarin zijn wie jij zijn wil, wie jij bent.




vrijdag 20 februari 2015

Kerndoelen en het continuum concept

Ik ben het zat, al dat gepraat over onderwijs zonder dat er ook maar wezenlijk iets verandert. In Den Haag weten ze van gekkigheid niet meer wat ze moeten verzinnen, ik wacht nu op een rekentoets Engels omdat er te grote niveauverschillen zouden zijn tussen kinderen die van de basisschool komen. Er is een nieuw platform dat iedereen het gevoel moet geven dat ze ook mee mogen praten over de kennis en vaardigheden die leerlingen in de toekomst nodig hebben, Onderwijs2032. Wat mij betreft slaat ook dit platform de plank mis en gaat het voorbij aan een vraag die eraan vooraf gaat maar waar niemand over na lijkt te denken. Wat heeft een kind nodig om zich te ontwikkelen? Wat is ontwikkeling eigenlijk en waarom ontwikkelt ieder mens zich? Zo lang we geen antwoord hebben geformuleerd op deze vragen en dit als uitgangspunt  nemen, is ieder nieuw initiatief vanuit Den Haag gedoemd te mislukken volgens mij.

Na de geboorte van onze oudste zoon voor wie niets vanzelfsprekend is, moesten wij op zoek naar een nieuw denkkader over het groot groeien van een kind. Hij groeide niet groot zoals in de boekjes stond en dat maakte ons onzeker. Via attachment parenting kwamen wij op het continuum concept van Jean Liedloff terecht.

Dit continuum concept gaf ons het vertrouwen dat ons kind instinctmatig wist wat hij nodig had en dat wij hem dit konden geven als we goed naar hem luisterden. Leren luisteren naar hem en niet naar allerlei opvoedkundige tips was iets wat we in de jaren leerden. En toen werd hij leerplichtig.....

Op het moment dat een kind een reguliere school binnen gaat, wordt er eigenlijk niet meer naar hem geluisterd. Natuurlijk zijn er kinderen die het leuk vinden om in de kring te zitten en te luisteren naar de juf maar er zijn ook een heleboel kinderen die liever spelen. En van de kinderen die het leuk vinden om elke ochtend een half uur in de kring te moeten zitten op 4 jarige leeftijd, vraag ik me nog af of ze dit zo vinden omdat ze hebben gehoord dat je dat doet als je 4 bent, dat het zitten op een stoeltje en luisteren naar anderen erbij hoort en dat je op die manier bij de groep hoort of dat ze dit echt fantastisch vinden. Mijn kinderen zagen er de lol niet van in. Natuurlijk proberen de juffen het kind te volgen maar door de groepsgrootte, de verwachtingen van ouders en verzorgers en de omgeving waarin zij de klas draaiende moet houden, is dit maar heel beperkt mogelijk. En eenmaal in groep 3 moet ieder kind leren lezen, volgens dezelfde methode en wordt er voortdurend bijgehouden hoe het met het lezen en rekenen gaat.

Ik heb dit een paar jaar aangezien maar kwam toch echt tot de conclusie dat het niet kan zijn zoals een kind zich het beste ontwikkelt.

Ik denk echt dat een kind heel goed weet wat hij nodig heeft om te ontwikkelen. In vrijheid, in een inspirerende omgeving waarin kinderen ervaringen kunnen opdoen, begeleid door liefdevolle, empathische volwassenen, dat zou wat mij betreft het uitgangspunt van goed onderwijs moeten zijn. Dat het hele onderwijs hiervoor op de schop moet, want een klaslokaal met tafeltjes en stoeltjes en 30 medeleerlingen valt wat mij betreft niet onder een inspirerende omgeving, dat is mij duidelijk. Maar het opnieuw omschrijven van kerndoelen zonder eerst te kijken naar de uitgangspunten van menselijke ontwikkeling, is wat mij betreft kansloos.

Gister haalde ik mijn kinderen op van hun democratische (niet bekostigde) school. Het was prachtig weer en ze liepen met een grote groep kinderen buiten rond, zonder jassen :) met zwaarden en schilden. Zelf hadden ze hun LARP spel vorm gegeven, onderhandeld over de rollen en de inhoud van het spel. In de auto werd er nog druk gepraat en eenmaal thuis werden er sites afgespeurd waar deze LARP wapens op staan. En dan is dit LARPen nog maar een van de vele werelden die de afgelopen anderhalf jaar, sinds ze op deze school zitten, voor ze open is gegaan! Helaas staat dit onderwerp niet in de kerndoelen, maar mijn kinderen leren er erg veel van.

vrijdag 6 februari 2015

Een droom

Laatst droomde ik. Ik zat op de middelbare school en had het overweldigende gevoel dat ik van alles moest. Ik was wezen kijken op een democratische school, zo eentje als waar mijn kinderen nu op zitten en daar zou ik het volgende schooljaar heen gaan (in mijn droom). Ik zou het huidige schooljaar op de oude school afmaken. Nog een paar maanden.

De komende week gingen we verhuizen, op donderdag en eigenlijk wilde ik daar bij zijn. Maar dat kon natuurlijk niet want ik moest naar school. Tenzij ik al op de democratische school had gezeten, dan had ik flexibel verlof kunnen opnemen of studieverlof kunnen vragen. Wat een vrijheid en eigenlijk begreep ik niet waarom ik nou nog op die oude school bleef de komende maanden, ik voelde zo duidelijk dat ik op die nieuwe school moest wezen. Daar kon ik gaan doen wat ik belangrijk vond en mijn tijd zelf indelen. Dat was wat ik wilde (en eigenlijk al zoveel mogelijk deed).

In werkelijkheid zat ik op een zelfstandig gymnasium en dat vond ik vreselijk. Ieder uur naar een andere les, ik verveelde me suf en had er een ontzettende hekel aan dat leerkrachten voor mij bepaalden wanneer ik een toets moest maken, zonder enig overleg of het ook goed uitkwam, welke boeken ik mee moest sjouwen ook al had ik ze niet nodig en al die oneindige oefeningetjes die je moest maken terwijl je het al lang wist. Ik kan me nog herinneren dat ik er iedere zomer weer intrapte, als ik de boeken voor het nieuwe schooljaar kreeg. Fantastisch, allemaal nieuwe interessante dingen om te leren. En binnen een schoolweek was het magische er al weer af, zat je oneindig te luisteren naar een geschiedenisjuf die wat in het boek stond nog eens vertelde, terwijl ik dat in de tussentijd al tig keer door had kunnen lezen. Binnen een week was het weer net zo saai als het jaar ervoor. Mazzel had ik dat ik goede cijfers haalde, in de vijfde en zesde spijbelde ik me het ongeluk. Mijn laagste cijfer was voor Nederlands, want ik kon echt niet schrijven volgens de leraar. En bedankt. Of kwam dat omdat ik er een keer iets van zei toen hij besloot een proefwerk te geven over twee dagen terwijl me dat echt niet uitkwam en ik daar iets van zei? Op vrijdagen, zeker als het mooi weer was, spijbelde ik vaak, dan was ik er klaar mee. Kortom, ik had het graag zelf in de hand gehad, mijn eigen ontwikkeling.

Overdag beredeneer ik me soms suf over het onderwijs en maak ik me zorgen over de ontwikkeling van mijn kinderen. Doen we er wel goed aan ze zelf hun ontwikkeling vorm te laten geven, nemen ze het ons straks niet kwalijk dat we ze niet naar een gewone school hebben gestuurd?

Fijn dat zo'n droom me in een keer kan laten invoelen dat we op de goede weg zijn, dat dit ook is wat ik als kind had gewild. Natuurlijk is ieder kind anders maar hierin zijn we toch redelijk uniform in dit gezin, in vrijheid ontwikkelen wij ons!







 

Mariposa

Ik ben onze oudste zoon zeer dankbaar dat hij een ware uitdaging voor ons was toen hij nog klein was. Dankzij hem moest ik mezelf opnieuw uitvinden en de enige sluitende omschrijving van hem was "niets is vanzelfsprekend". In het bos wandelde hij nooit over de paadjes, in de winter wilde  hij geen muts of wanten aan, hij weigerde naar school te gaan toen hij vier jaar was, hij speelde niet met speelgoed maar ruimde iedere dag alle keukenkastjes en de koelkast uit, hij liep over het aanrecht en klom overal in, hij wilde niets zelf doen van wat nou wel handig was zelf te doen maar wilde wel alles zelf bepalen en toen zijn broertje op een nacht geboren was, besloot hij nooit meer te gaan slapen want er zou er toch zo maar nog eentje kunnen komen als je even niet op let.

Hij keek dwars door mij heen en verdeelde mensen over twee categorieën, met een dik vel (dan kon hij hun gedachten niet lezen) en met een dun vel. Tja, daar sta je dan als ouder, met al je goede gedrag en moet je iedere dag jezelf opnieuw uitvinden. Al mijn oneigenlijke gedachten werden getackled, ik moest vooral niet iets willen omdat ik dacht dat het van me verwacht werd want dan had hij het meteen door. En daar deed hij dus niet aan mee!

Op blote voeten mee de honden uitlaten, als peutertje in hartje winter zonder muts voorop de fiets mee naar het dorp en in een winkel bleef hij heus niet bij me. Regelmatig werd hij door anderen teruggebracht, een engeltje met blauwe ogen en pijpenkrullen die zijn moeder kwijt was. Hij was mij helemaal niet kwijt en dat wist ik ook maar dat wisten al die andere goedbedoelende mensen niet.

Soms schreef ik helende verhalen voor hem in de hoop hem de wereld te kunnen uitleggen of het leven iets makkelijker te maken voor mezelf. Of ze echt effect hadden, ik heb zo mijn twijfels maar het is wel leuk om ze na te lezen. Eigenlijk snapte hij de wereld op zijn manier heel goed, hij was alleen niet van plan zich zo maar erin te voegen.

Hieronder de start van een verhaal dat ik nooit afmaakte maar dat misschien wel af is want onze zoon geniet nu van de wereld die hij zelf mag ontdekken, met liefdevolle ondersteuning van de mensen om hem heen.


 
Mariposa

Er was eens een heel mooie vlinder. Mariposa was haar naam. Mariposa wilde ontzettend graag net als alle andere vlinders zijn. Ze wilde met alle andere vlinders op de bloemen van de vlinderbloemstruik zitten. Ze wilde samen rondjes fladderen om de struik in de schemering van de dag.

Maar hoe hard ze het ook probeerde, ze kon het niet. Ze voelde zich altijd weer aangetrokken tot een mooie bloem die door geen andere vlinder gezien werd. Of ze vond de lucht zo mooi dat ze vergat om samen met de andere vlinders om de struik te fladderen. Dan vloog ze naar die mooie lucht toe.

Ze vond het eigenlijk wel heerlijk om de dingen op haar eigen manier te doen. Maar soms voelde ze zich wel eens alleen, zonder een andere vlinder om al die mooie dingen mee te delen.

Op een mooie lenteavond was Mariposa weer omhoog de lucht in gevlogen, op weg naar de mooie kleuren die ze daar zag.
 

zondag 18 januari 2015

Aan de Nederlandse overheid

Nederlandse overheid,

Ik heb ergens moeite mee. Wij zijn verplicht onze kinderen naar school te laten gaan, ze thuis houden is strafbaar of kan alleen na een heleboel gedoe met de leerplichtambtenaar. Wij hebben echt geprobeerd onze kinderen naar een reguliere school te laten gaan, jarenlang, veel te lang.

Ondersteunende therapieën, vele drama's thuis, iedere vakantie op de tweede helft ontploffende kinderen want de school begon weer bijna, elke ochtend een inschatting moeten maken of de buikpijn/hoofdpijn/duizeligheid zo ernstig was dat er niet naar school gegaan kon worden, onszelf binnenstebuiten kerend over waarom onze kinderen toch niet naar een school konden waar de rest van alle kinderen uit de buurt gewoon iedere dag heen gingen, vele gesprekken op school, afspraken bij de schoolarts.

Ze vonden niets meer leuk, de oudste leek wel stoned de hele dag, de middelste zat tegen het plafond van woede en de derde wist zeker dat hij helemaal niets kon omdat hij het op school allemaal niet kon bijhouden. Thuis waren we eigenlijk alleen maar aan bezig met het oplappen van onze kinderen. Dat sloeg eigenlijk nergens meer op. En toen gooiden we de knop om, klaar waren we ermee.

Inmiddels zitten onze drie kinderen op een niet bekostigde school. Een school die niet perfect functioneert maar waar onze kinderen het wel goed hebben. Waar ze de meeste ochtenden toch wel naar toe willen en waar ik ze vrolijk van op haal. Waar ze zichzelf mogen zijn en mogen doen waar zij zo naar hunkerden, namelijk contact hebben met kinderen en mensen met wie zij het goed kunnen vinden. Ruzies worden uitgepraat, er is ruimte om kinderen te mijden waar je het niet mee kunt vinden en tijd om te praten met mensen met wie je wilt praten. Je kunt rondrennen als je daar behoefte aan hebt en je leert luisteren naar jezelf en anderen. Je mag er zijn wie je bent of daar naar op zoek gaan.

Niet met 30 leeftijdsgenoten en een juf in een klaslokaal aan je eigen tafeltje, in de juiste werkhouding, werken aan je eigen werk maar met 150 studenten en een aantal stafleden in een groot schoolgebouw met een grote buitenruimte samen de dag doorbrengen.

Mijn kinderen zijn weer nieuwsgierig geworden, ze willen weer weten hoe iets werkt, ze zijn vrolijk en aanwezig. Thuis spelen ze met elkaar, ze overleggen, ze maken ruzie, ze zijn gewoon weer kinderen. Ze zijn dan wel hoogbegaafd (in de meerderheid) of hebben een achterstand in hun ontwikkeling (in de minderheid), maar ze zijn ook weer gewoon kinderen in ontwikkeling.

Wat ik nu niet begrijp is dat een overheid die mij verplicht mijn kinderen naar een school te laten gaan (want van mij hadden ze best thuis mogen zijn, thuisonderwijs zou wat mij betreft prima zijn), deze zelfde school niet wil vergoeden. De gemeente wil onze reiskosten niet betalen want ook in onze gemeente is bijzonder onderwijs, namelijk een montessori. Dat een montessori toch wel weer iets anders is dan een democratische school en dit voor onze kinderen een wereld van verschil is, tja.

Naast die reiskosten betalen we ons blauw aan het schoolgeld terwijl eigenlijk ieder kind in Nederland een onderwijsbudget heeft. Waarom kan ik dat budget niet gebruiken om het schoolgeld te betalen van de school, goedgekeurd door de onderwijsinspectie, waar mijn kinderen op hun plek zijn? Zonder dat de school weer aan allemaal extra regels moet gaan voldoen, maar gewoon afgaand op de positieve beoordeling van de onderwijsinspectie, de wens van ons als ouders en de keuze van onze kinderen om daar heen te willen. Kan dat? Gewoon omdat onze kinderen ook kinderen van Nederland zijn, net als alle andere kinderen?