woensdag 10 februari 2016

Sofie, ons wolfje

Sofie is een bijzondere hond. Sofie had een missie in haar leven, ze beschermde mij en de roedel. Ze gunde me alles en ze was er altijd voor me. Nadat ik haar meer dood dan levend meenam van straat in Bolivia, was ze de meest trouwe hond die ik me kon wensen. En als Boliviaanse wolven bestaan hadden, dan was zij er daar eentje van geweest.

Nu bijna achttien jaar nadat ik haar van straat plukte, is ze op. Haar koppie niet maar haar lijf wel. Ze is net zo graatmager als ze was toen ik haar vond, haar poten zijn versleten en de spieren die haar zo hard lieten rennen, zijn verdwenen. De wil is er nog en op die wil liep ze tot vorige week gewoon nog een half uur mee met de andere honden. Ze pikte hun knaagbotjes af en begroef ze in de tuin. En te wilde honden liet ze duidelijk merken dat ze zich wat rustiger moesten gedragen. Nu kan ze niet meer. Ze is op. Maar het leven dat haar zo kostbaar was, is niet zo makkelijk los te laten.

In de achttien jaar van haar leven veranderde en groeide de roedel. Haar maatje Akkie vertrok, andere honden kwamen. Kinderen kwamen en werden groter. Zij zag het allemaal gebeuren en volgde me op de voet. Als ik kookte, stond ze tussen mij en het aanrecht in. Als ik stofzuigde, stond ze daar waar ik wilde zuigen. Bezoekers liet ze knoeien met hun drinken door haar neus onder hun arm te schuiven en die arm omhoog te duwen. De ruitenwissers van de auto vond ze doodeng, het commando "zit" ging geheel aan haar voorbij en de roedel beschermde ze bij het wandelen wel zo effectief dat we haar meestal maar aanlijnden bij ontmoetingen met andere honden. Ze hield niet van ruzie of geschreeuw in het gezin en haar dovigheid de laatste jaren was wat dat betreft ook wel een soort zegen.

Na de levenloze geboorte van onze eerste, stond ze vooraan om me uit het diepe dal weg te houden dat op me wachtte. Ze hield me samen met Akkie in het hier en nu.



Onvoorstelbaar hard kon ze rennen op het strand, met haar lange poten en slanke lijf. Akkie hield haar niet bij. Achter meeuwen aan, door de branding, grote cirkels om ons heen. Zoals een hond bedoeld is, zoiets. Op het strand zitten was er voor ons niet bij, dan groef ze wel zo effectief een kuil onder onze kont dat we daarin wegzakten. Altijd.

Als mensen vroegen naar haar ras zei ik dat ze de ultieme kruising was van alle honden. Ze werd ook wel voor wolf aan gezien en als ze besloot iemand uit de roedel te weren, kon ze er behoorlijk angstaanjagend uit zien.

Na onze eerstgeborene, Jasper, volgde er nog vier maal de komst van een kind. Na Akkies vertrek kwamen er nieuwe honden en met haar 12 jaar genoot ze van de komst van Nyima die ze in haar eigen stijl zorgvuldig opvoedde.


Nu ligt ze naast me en kan iedere ademhaling de laatste zijn. Ze is moe. Haar ogen staan nog helemaal helder en als ze wakker is volgt ze wat er gebeurt. Maar meer kan ze niet. We geven haar de tijd om afscheid te nemen van het leven op haar eigen wijze.



We laten haar langzaam wegdrijven op weg naar de lange tunnel die haar naar het licht zal leiden. Haar langzame afscheid is haar laatste grote cadeau aan mij, om te wennen aan haar afwezigheid en al te kunnen rouwen terwijl ze er nog is. Ze wordt opgewacht door vele andere honden en Jasper zal haar vast met open armen ontvangen. Een laatste sprong in het diepe, achttien jaar nadat wij samen een andere grote sprong maakten die onze levens aan elkaar verbond.

Dag lieve wolvendame. Op een dag ontmoeten we elkaar weer en tot die tijd zorg ik goed voor onze roedel. Ga met een gerust hart.